Saskia Tannemaat: selfmade feministe en kunstenaar

interview kunstenaar Saskia Tannemaat

“Being an artist is like being yourself for a living”

Saskia Tannemaat heeft zich tijdens haar leven al meerdere malen aan haar haren uit het moeras getrokken en zichzelf opnieuw uitgevonden. Als beeldend kunstenaar houdt ze ervan verhalen te verbeelden van fragiele mensen. Haar project over de Doubletstraat is daar een bekend voorbeeld van. Zelf weet ze wat het is om kwetsbaar te zijn en de barricaden op te gaan. Dit alles levert explosief en expressief werk op dat, net als zij, gelaagd is en doorleefd.

Bij Saskia Tannemaat moet eerst alles kapot. Ze steekt de fik in haar werk, ze knipt er een gat in, scheurt het of gooit er koffie overheen. Alles om het juiste beeld te benaderen wat ze wil maken. En eigenlijk rijmt dat precies met haar eigen leven, waarin ze regelmatig het opgebouwde weer af moest breken om het daarna weer te verknippen, opnieuw aan elkaar te plakken en te schilderen en er zo iets veel mooiers van te maken. Bij Saskia’s leven denk ik willekeurig aan de film Lola rennt, waarin er meerdere scenario’s van één leven worden gepresenteerd. Het verloop van een leven is steeds de consequentie is van het soort keuzes die mensen maken en van hoe iemand in het leven staat. Wat als Saskia op haar elfde bij haar ouders op Borneo was gebleven? Wat als ze in Den Haag was gaan studeren? Wat als ze een gezonde zoon had gekregen op haar 24e? Wat als … het zijn zinloze vragen, maar toch: hoezeer een mens worstelt en dat doen we allemaal, de manier waarop we met het leven omgaan en de besluiten die we nemen, maakt alles uit.

Gekke tijd
“Eigenlijk ben ik een echte tekenaar en ik werk meestal snel op een wat kleiner formaat, maar nu, tijdens de coronacrisis, wilde ik proberen groot te gaan werken. Dat is echt moeilijk voor mij. Het is nog in wording en ik ga door de bekende fases die je altijd doormaakt als kunstenaar: de eerste fase is: dit wordt echt heel goed, dan volgt de fase: dit wordt tricky, dan volgt: dit wordt niks, op de voet gevolgd door: ik ben niks en als je dán doorgaat, wordt het briljant. Maar in die fase zit ik nu duidelijk nog niet. Op het doek zie je mensen die onder de grond leven en die door plantenwortels overwoekerd worden. Ik werd geïnspireerd door die foto’s van Pompeï: mensen die wachten tot ze weer tot leven worden gewekt. Ja, het onderwerp is natuurlijk meteen terug te leiden tot de coronacrisis waar we in zitten. Het was een gekke tijd, ik kwam in een soort identiteitscrisis. Ik kon mijn zoon al die maanden niet zien, omdat we hem niet mochten bezoeken in het te huis waar hij woont, mijn dochter was thuis en kreeg thuisonderwijs en ik ging wel naar mijn atelier, maar het stroomde niet. Ik haal mijn inspiratie ook gewoon van de straat, van de mensen, de gesprekken en nu was er niets. Ik ben maar gaan tuinieren, het was tenslotte toch lente.”

afbeelding interview en werk Saskia Tannemaat

Kunstjuf
“Naast mijn werk als beeldend kunstenaar, geef ik ook twee dagen in de week les bij de Art S cool in de Schilderswijk. Kinderen van de basisschool krijgen, naast het gebruikelijke programma, ook vakken over natuur en samenleving en krijgen ook kunstles. Ik volg ook een opleiding Beroepskunstenaars in de Klas (BIK), maar die kunnen we dit jaar niet afmaken. Ik leer er heel veel, op het gebied van structuur, hoe je een goede lesopzet maakt en hoe je de juiste vragen stelt en resultaten vormgeeft.  In het begin was ik best zenuwachtig, het is niet makkelijk. De kinderen kiezen niet voor de kunstles en vinden het vaak ‘kapot lelijk’ en ‘superstom’ wat ze aan het doen zijn. Dit soort werk past wel bij mij: werken met fragiele mensen is een rode draad in mijn leven en de kinderen in de Schilderswijk zijn vaak kwetsbaarder. Ik vind het belangrijk om op te komen voor de kwetsbaren en dat komt, omdat ik zelf weet wat het is om in die positie te zitten.”

afbeelding interview en werk Saskia Tannemaat

Alleenstaande moeder
“Toen ik 24 was, kreeg ik Freek, mijn gehandicapte en autistische zoon en moest ik mijn studie aan de kunstacademie in Maastricht afbreken. Ik was getrouwd met een man die helemaal geen zin had in een gehandicapt kind en ik ben toen van hem gescheiden en teruggegaan naar Den Haag, waar ik in mijn puberteit had gewoond. Gelukkig woonden mijn ouders in die tijd ook in de buurt. Zij hebben lang in het buitenland gewoond, omdat mijn vader bij Shell werkte. Ik ben in Oman geboren en tot mijn elfde heb ik in nog in Madrid, Brunei en op Borneo gewoond. Maar toen waren ze dus even in Nederland en konden ze oppassen. Omdat ik de kunstacademie niet kon afmaken ben ik mbo-activiteitenbegeleiding gaan doen en kwam ik te werken in de Wagenstraat op een dagactiviteitencentrum voor psychiatrische patiënten. Dat was echt heel zwaar, want de cliënten woonden op zichzelf, terwijl ze dat helemaal niet konden, kregen weinig begeleiding en hadden ernstige problemen. Toen Freek vier was, gingen mijn ouders naar Oman. Mijn vader kreeg de mogelijkheid om nog een keer voor een paar jaar een leuke opdracht te doen bij een opleidingscentrum daar. Ik begreep het wel, maar ja, nu stond ik er weer alleen voor. Gelukkig kwam ik, nu nog mijn beste vriendin, Babs tegen. Ze was net naar Den Haag verhuisd, was ook jong moeder en hield, net als ik, van tweedehands Chanel-mantelpakjes. Haar man paste geregeld op en dan gingen wij lekker stappen. Het kwam me wel heel goed uit dat ik op een gegeven ogenblik die baan bij Oxfam Novib kreeg, want het werk op het dagactiviteitencentrum was niet zo goed te combineren met mijn leven als jonge moeder. Ik heb er met veel plezier als secretaresse gewerkt, ik sprak zes talen, dankzij mijn jeugd en ik vond het een leuke organisatie om voor te werken.”

Toffe pleegouders
“Toen Freek tien was, is hij uit huis gegaan naar een instelling in Noord-Holland. Nu woont hij gelukkig weer dichterbij in Scheveningen, in een antroposofisch huis. En daar zit hij prima op zijn plek. Toen hij uit huis ging, heb ik besloten de academie af te gaan maken en ben ik naar de KABK*) in Den Haag gegaan. Mijn liefde voor tekenen en kunst is eigenlijk pas in mijn puberteit gekomen, toen mijn pleegouders me naar de Vrije School stuurden. Dat vond ik geweldig. In mijn jeugd, bij mijn ouders op de Shell-compounds waar we woonden, middenin de jungle, daar was heel weinig te beleven. Toen ik elf was, stuurden ze me naar Nederland, omdat er geen middelbare school was, waar we woonden. Ik kwam terecht op een internaat, Bouwlust in Oegstgeest. Er zaten allemaal van die affectief verwaarloosde kakkinderen. Het was er vre-se-lijk! Ik was erg lastig en uiteindelijk ben ik weggelopen. Toen had ik het geluk dat de jeugdpsychiater, die me onderzocht had zei: ‘Er is helemaal niks mis met haar. Ze kan bij mijn beste vrienden gaan wonen, die nemen haar op als pleegkind.’ Die man was echt mijn reddende engel. Ik heb het zo naar mijn zin gehad. Zij waren beiden directeur van een sociale academie. Zij in Amsterdam. Hij in Rotterdam. Zij was ook een echte feministe. Ik ben daar gevormd. Het contact tussen mij en mijn ouders is uiteindelijk heel goed geworden hoor, maar vaak heb ik nog aan mijn ouders gevraagd hoe ze me ooit naar dat internaat hebben kunnen sturen. Mijn dochter is nu 11, ik moet er toch niet aan denken dat het haar zou overkomen.”

afbeelding bij interview en werk Saskia Tannemaat

Project Doubletstraat
“Ze noemen me nog steeds ‘die kunstenaar van de prostituees’ en daarom heb ik er een paar jaar geleden een streep onder gezet. Ik bedoel: ik ben gestopt met mijn kunst te mengen met mijn activisme, dat betekent niet dat ik me er niet meer mee bezighoud. Ik ben nog steeds actief in overleggen om dat vreselijke beroep te strafbaar te krijgen (voor de klant). Maar als kunstenaar ben ik er niet meer mee bezig. Het begon een jaar of vijf geleden. Dagelijks als ik mijn dochter Maite naar school bracht, kwam ik langs de Doubletstraat, de goedkoopste hoerenstraat van Nederland. En ik werd er steeds verontwaardigder door. Ik ben een heftige feministe en ik vind prostitutie echt een afschuwelijk verhaal. En ik kreeg steeds meer het idee dat ik er iets mee wilde en op een gegeven ogenblik moest ik het wel doen, ik kon niet meer terug. Iedere ochtend kocht ik een croissantje op weg naar mijn atelier en opeens bedacht ik: laat ik er eens twintig kopen en zien wat er gebeurt. Dus ik liep die straat in en vroeg ze of ze zin hadden in een croissantje. Dat wilden ze wel. Na een paar keer vroeg er een van de vrouwen: wil je er ook koffie bij? Ik begon met de vrouwen te praten en ze vroegen: En ga je ons ook tekenen?  Natuurlijk, zei ik. Dat deed ik en ondertussen vertelden ze me hun verhaal. Het greep me erg aan wat ik allemaal hoorde. Ik ben ook zelf een keer achter het raam gaan zitten, omdat ik ook de klanten wilde tekenen. En als je ziet hoe ze naar je kijken, alsof je een stuk vlees bent. Er zijn twee soorten klanten: een soort die nog in geen honderd jaar een vrouw kan krijgen en de andere, de getrouwde man.”

afbeelding bij interview en werk Saskia Tannemaat

Solo
“Mijn eerste solo-expositie heette ‘Achter het raam’ en was in Galerie 44 in Den Haag. Het was het werk wat ik had gemaakt in de Doubletstraat, portretten van de vrouwen. Er kwam heel veel publiciteit rond mijn project en ook voor het onderwerp. Ik heb in de gemeenteraad gesproken om te pleiten voor het sluiten van de Doubletstraat. Dat is helaas nog niet gelukt en ze zijn nu bezig met de verhuizing naar een soort bordeelhotel achter het CS, maar ik hoop dat er helemaal een einde aan komt aan die vreselijke situatie. Galeriehoudster Sylvia Bakker bood mij naar aanleiding van mijn expositie in galerie 44 een solo-expositie aan in haar galerie Twelve Twelve in de Prinsenstraat in Den Haag en in 2017 was er de solo “Forgiven”. Ik had 12,5 jaar met veel plezier bij Novib gewerkt. Het was echt een heel leuke tijd en ook de organisatie paste bij me. Ik had toen een collega, hij was nog jong en ik zei tegen de organisatie: laat hem blijven en dan ga ik eruit. Ik was eraan toe om de stap te zetten. Met mezelf had ik afgesproken dat ik een jaar of drie zou nemen om uit te zoeken of ik als kunstenaar op mezelf zou kunnen staan en net op het moment dat die periode bijna voorbij was, in augustus kwam Sylvia met de vraag of ze me mocht vertegenwoordigen. Dat kwam echt precies op tijd. Sylvia heeft de galerie helaas moeten opgeven. Ik vind dat heel jammer, want ze was echt een hele goede galeriehouder en ze werkte heel hard voor me. Vorig jaar is mijn vader overleden en een dag voordat hij euthanasie zou krijgen, belde Sylvia dat ze failliet was verklaard. Dat was zo gek, het kwam allemaal tegelijk. “

afbeelding bij interview en werk Saskia Tannemaat

Leven als een kunstenaar
“‘Being an artist is like being yourself for a living’ is wel een motto dat bij mij past. Als iemand me vraagt waarom ik maak wat ik maak, kan ik daar zo een twee drie geen antwoord op geven. Ik voed me met verhalen om me heen van mensen die me raken, ik zoek materialen bij elkaar, ik kijk en voel wat ik vandaag mooi vind, ik werk eclectisch, gebruik verschillende stijlen door elkaar en ik houd niet van standaardformaten, ik hou sowieso niet van standaard. Het moet altijd eerst kapot bij mij, om van daar uit nieuwe werelden op te bouwen. Ik maak een beeld, brand het af, knip het kapot, plak en teken, en bouw het weer op. Tot het af is. Ik vind het moeilijk er precies iets over te zeggen, ik ben een kunstenaar in hoe ik me voel, in wie ik ben. “

afbeelding bij interview en werk Saskia Tannemaat

David Bade
“De persoon die me zo heeft leren tekenen is beeldend kunstenaar David Bade. Toen ik mijn ontslag nam bij de Novib, ben ik een mentorschap bij hem gaan doen via Cultuur en Ondernemen. Een paar jaar eerder had ik mijn diploma gehaald aan de KABK, maar was afgestudeerd als 3D-kunstenaar. Ik weet zelf niet meer waarom ik dat gedaan heb, ik ben volgens mij overgehaald. Toen ik klaar was, was ik compleet in de war, wist helemaal niet goed meer wat ik voor kunstenaar was en wat ik wilde maken. Als afstudeerwerk had ik een aantal politici geïnterviewd wat zij graag zouden zien in een ruimtelijk kunstwerk en op basis van die interviews had ik een ontwerp gemaakt. Op zich past het wel bij me, bij mijn engagement en politieke bewogenheid, maar als kunstenaar was ik mezelf volledig kwijt. David leerde me mijn verhaal te ontdekken, mijn handschrift te vinden. Je zou zeggen dat dat op de academie al had moeten gebeuren, ik herinner me geweldige docenten als Marjo van Soest, maar dat is dus vanwege mijn afstudeerrichting anders gelopen. David leerde me opnieuw mijn taal te ontdekken, hoe je een flow creëert om in te werken. Door hem heb ik me dat proces eigen gemaakt van scheuren, vernielen, bouwen. Hij was ontzettend aardig, hij nam me mee naar locaties om te werken, liet me van alles maken. Op een gegeven moment gingen we aan het werk in het Cobra Museum in samenwerking met Kamagurka. Ik dacht gewoon even mee te gaan kijken, maar het was de bedoeling dat ik gewoon meedeed. Ik vond het wel heel bijzonder. Kamagurka!”

afbeelding bij interview en werk Saskia Tannemaat

“Dit jaar word ik vijftig en ik vind het prima. Ik ben alweer dertien jaar samen met Erik, de vader van Maite, onze dochter en ook voor Freek is hij ‘papa’. Mijn opleiding hoop ik na de vakantie af te maken en ik werk nu twee dagen per week als kunstdocent en tweeëneenhalve dag in mijn atelier. Dat is een hele fijne combinatie.”

afbeelding bij interview en werk Saskia Tannemaat

 

*) Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten
Alle afbeeldingen in dit verhaal is werk van Saskia Tannemaat. Op haar website kun je meer werk van haar zien. De foto van Saskia in haar atelier is van Lindy Schuin

Dit interview is de tweede in een serie gesprekken met beeldend kunstenaars over hun leven en werk. Lees hier ook het interview met Cedric ter Bals

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Scroll naar boven